Различие между версиями «Приложение:Спряжение:aanbieden»
Содержимое удалено Содержимое добавлено
Jcwf (обсуждение | вклад) Новая страница: «{{conjugation nl|ditr=1|aanbieden|bied aan|biedt aan|bieden aan|bood aan|boden aan|hebben|aangeboden|biede aan||boodt aan|aanbied|aanbiedt|aanbieden|aanbood|aanbo…» |
(нет различий)
|
Версия от 00:01, 27 мая 2014
Спряжение действительного залога глагола aanbieden | |||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Неопределённые формы глагола | основная форма | дополнительная форма | |||||||||
имперфект | настоящее | aanbieden | aan te bieden | ||||||||
будущее | zullen aanbieden aan zullen bieden |
te zullen aanbieden aan te zullen bieden | |||||||||
перфект | настоящее | hebben aangeboden | te hebben aangeboden | ||||||||
будущее | aangeboden zullen hebben | aangeboden te zullen hebben | |||||||||
причастие настоящего времени | причастие перфекта | повелительное наклонение | условное наклонение | ||||||||
aanbiedend | aangeboden | bied aan, biedt aan | biede aan | ||||||||
изъявительное наклонение | единственное число | множественное число | |||||||||
имперфект | 1-е лицо | 2-е лицо | 3-е лицо | 1-е лицо | 2-е лицо | 3-е лицо | |||||
в главном предложении | ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij, we | jullie | zij, ze | |||
настоящее (o.t.t.) | bied aan | biedt aan | biedt aan | biedt aan | biedt aan | bieden aan | bieden aan | bieden aan | |||
прошедшее (o.v.t.) | bood aan | bood aan | bood aan | boodt aan | bood aan | boden aan | boden aan | boden aan | |||
будущее (o.t.t.t.) | zal aanbieden | zult/zal aanbieden | zult/zal aanbieden | zult aanbieden | zal aanbieden | zullen aanbieden | zullen aanbieden | zullen aanbieden | |||
условное (o.v.t.t.) | zou aanbieden | zou aanbieden | zou(dt) aanbieden | zoudt aanbieden | zou aanbieden | zouden aanbieden | zouden aanbieden | zouden aanbieden | |||
в придаточном предложении | .. dat ik | .. dat jij, je | .. dat u | .. dat gij | .. dat hij, zij, het | .. dat wij | .. dat jullie | .. dat zij | |||
настоящее (o.t.t.) | aanbied | aanbiedt | aanbiedt | aanbiedt | aanbiedt | aanbieden | aanbieden | aanbieden | |||
прошедшее (o.v.t.) | aanbood | aanbood | aanbood | aanboodt | aanbood | aanboden | aanboden | aanboden | |||
будущее (o.t.t.t.) | zal aanbieden aan zal bieden |
zult/zal aanbieden aan zult/zal bieden |
zult/zal aanbieden aan zult/zal bieden |
zult aanbieden aan zult bieden |
zal aanbieden aan zal bieden |
zullen aanbieden aan zullen bieden |
zullen aanbieden aan zullen bieden |
zullen aanbieden aan zullen bieden | |||
условное (o.v.t.t.) | zou aanbieden aan zou bieden |
zou aanbieden aan zou bieden |
zou(dt) aanbieden aan zou(dt) bieden |
zoudt aanbieden aan zoudt bieden |
zou aanbieden aan zou bieden |
zouden aanbieden aan zouden bieden |
zouden aanbieden aan zouden bieden |
zouden aanbieden aan zouden bieden | |||
перфект | 1-е лицо | 2-е лицо | 3-е лицо | 1-е лицо | 2-е лицо | 3-е лицо | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
настоящее (v.t.t.) | heb aangeboden | hebt aangeboden | hebt/heeft aangeboden | hebt aangeboden | heeft aangeboden | hebben aangeboden | hebben aangeboden | hebben aangeboden | |||
прошедшее (v.v.t.) | had aangeboden | had aangeboden | had aangeboden | hadt aangeboden | had aangeboden | hadden aangeboden | hadden aangeboden | hadden aangeboden | |||
будущее (v.t.t.t.) | zal aangeboden hebben | zal/zult aangeboden hebben | zult/zal aangeboden hebben | zult aangeboden hebben | zal aangeboden hebben | zullen aangeboden hebben | zullen aangeboden hebben | zullen aangeboden hebben | |||
условное (v.v.t.t.) | zou aangeboden hebben | zou aangeboden hebben | zou/zoudt aangeboden hebben | zoudt aangeboden hebben | zou aangeboden hebben | zouden aangeboden hebben | zouden aangeboden hebben | zouden aangeboden hebben
| |||
безличный страдательный залог aangeboden worden | |||||||||||
имперфект | перфект | ||||||||||
настоящее | er wordt aangeboden | er is aangeboden | |||||||||
прошедшее | er werd aangeboden | er was aangeboden | |||||||||
будущее | er zal aangeboden worden | er zal aangeboden zijn | |||||||||
условное | er zou aangeboden worden | er zou aangeboden zijn | |||||||||
страдательный залог aangeboden worden | |||||||||||
Неопределённые формы глагола | основная форма | дополнительная форма | |||||||||
имперфект | настоящее | aangeboden worden | aangeboden te worden | ||||||||
будущее | aangeboden zullen worden | aangeboden te zullen worden | |||||||||
перфект | настоящее | aangeboden zijn | aangeboden te zijn | ||||||||
будущее | aangeboden zullen zijn | aangeboden te zullen zijn | |||||||||
единственное число | множественное число | ||||||||||
имперфект | 1-е лицо | 2-е лицо | 3-е лицо | 1-е лицо | 2-е лицо | 3-е лицо | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
настоящее | word aangeboden | wordt aangeboden | wordt aangeboden | wordt aangeboden | wordt aangeboden | worden aangeboden | worden aangeboden | worden aangeboden | |||
прошедшее | werd aangeboden | werd aangeboden | werd aangeboden | werdt aangeboden | werd aangeboden | werden aangeboden | werden aangeboden | werden aangeboden | |||
будущее | zal aangeboden worden | zult aangeboden worden | zult aangeboden worden | zult aangeboden worden | zal aangeboden worden | zullen aangeboden worden | zullen aangeboden worden | zullen aangeboden worden | |||
условное | zou aangeboden worden | zou aangeboden worden | zou(dt) aangeboden worden | zoudt aangeboden worden | zou aangeboden worden | zouden aangeboden worden | zouden aangeboden worden | zouden aangeboden worden | |||
перфект | 1-е лицо | 2-е лицо | 3-е лицо | 1-е лицо | 2-е лицо | 3-е лицо | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
настоящее | ben aangeboden | bent aangeboden | bent/is aangeboden | zijt aangeboden | is aangeboden | zijn aangeboden | zijn aangeboden | zijn aangeboden | |||
прошедшее | was aangeboden | was aangeboden | was aangeboden | waart aangeboden | was aangeboden | waren aangeboden | waren aangeboden | waren aangeboden | |||
будущее | zal aangeboden zijn | zult aangeboden zijn | zult aangeboden zijn | zult aangeboden zijn | zal aangeboden zijn | zullen aangeboden zijn | zullen aangeboden zijn | zullen aangeboden zijn | |||
условное | zou aangeboden zijn | zou aangeboden zijn | zou(dt) aangeboden zijn | zoudt aangeboden zijn | zou aangeboden zijn | zouden aangeboden zijn | zouden aangeboden zijn | zouden aangeboden zijn | |||
псевдо-страдательный залог aangeboden krijgen | |||||||||||
Неопределённые формы глагола | основная форма | дополнительная форма | |||||||||
имперфект | настоящее | aangeboden krijgen | aangeboden te krijgen | ||||||||
будущее | aangeboden zullen krijgen | aangeboden te zullen krijgen | |||||||||
перфект | настоящее | aangeboden hebben gekregen | aangeboden te hebben gekregen | ||||||||
будущее | aangeboden zullen hebben gekregen | aangeboden te zullen hebben gekregen | |||||||||
единственное число | множественное число | ||||||||||
имперфект | 1-е лицо | 2-е лицо | 3-е лицо | 1-е лицо | 2-е лицо | 3-е лицо | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
настоящее | krijg aangeboden | krijgt aangeboden | krijgt aangeboden | krijgt aangeboden | krijgt aangeboden | krijgen aangeboden | krijgen aangeboden | krijgen aangeboden | |||
прошедшее | kreeg aangeboden | kreeg aangeboden | kreeg aangeboden | kreegt aangeboden | kreeg aangeboden | kregen aangeboden | kregen aangeboden | kregen aangeboden | |||
будущее | zal aangeboden krijgen | zult/zal aangeboden krijgen | zult/zal aangeboden krijgen | zult aangeboden krijgen | zal aangeboden krijgen | zullen aangeboden krijgen | zullen aangeboden krijgen | zullen aangeboden krijgen | |||
условное | zou aangeboden krijgen | zou aangeboden krijgen | zou(dt) aangeboden krijgen | zoudt aangeboden krijgen | zou aangeboden krijgen | krijgen aangeboden krijgen | zouden aangeboden krijgen | zouden aangeboden krijgen | |||
перфект | 1-е лицо | 2-е лицо | 3-е лицо | 1-е лицо | 2-е лицо | 3-е лицо | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
настоящее | heb aangeboden gekregen | hebt aangeboden gekregen | hebt/heeft aangeboden gekregen | hebt aangeboden gekregen | heeft aangeboden gekregen | hebben aangeboden gekregen | hebben aangeboden gekregen | hebben aangeboden gekregen | |||
прошедшее | had aangeboden gekregen | had aangeboden gekregen | had aangeboden gekregen | hadt aangeboden gekregen | had aangeboden gekregen | hadden aangeboden gekregen | hadden aangeboden gekregen | hadden aangeboden gekregen | |||
будущее | zal aangeboden gekregen hebben | zult aangeboden gekregen hebben | zult aangeboden gekregen hebben | zult aangeboden gekregen hebben | zal aangeboden gekregen hebben | zullen aangeboden gekregen hebben | zullen aangeboden gekregen hebben | zullen aangeboden gekregen hebben | |||
условное | zou aangeboden gekregen hebben | zou aangeboden gekregen hebben | zou(dt) aangeboden gekregen hebben | zoudt aangeboden gekregen hebben | zou aangeboden gekregen hebben | zouden aangeboden gekregen hebben | zouden aangeboden gekregen hebben | zouden aangeboden gekregen hebben |